Biblioquotes: Thea Beckman

Ik ben dag en nacht met mijn vak bezig. Ik probeer zo goed mogelijk te schrijven. Ik tob, ik werk, ik schrap, ik verbeter, net zolang tot ik moet zeggen: “Beter kan ik niet. Hier liggen de grenzen van mijn talent."
Ik houd van schrijven omdat ik het leven zo prachtig vind.
Schrijven is voor mij een soort toevluchtsoord.
Ik wil graag boeiende, leesbare boeken schrijven waaraan mijn lezers machtig veel plezier beleven.
Zo gauw ik achter de schrijfmachine zit, zet ik alle theorieën over boord. Ik schrijf niet met theorieën in mijn hoofd, ik heb er genoeg, maar niet als ik aan het schrijven ben.
Een goed boek schrijft zichzelf. Waar het ook over moge gaan, over iets moderns of het verleden of de toekomst, het moet zichzelf schrijven. Je moet het niet helemaal willen sturen, dan wordt het maakwerk. Ik weet als ik begin ook meestal niet hoe een verhaal gaat aflopen, en soms gaan de personages met me op de loop. Zij weten beter wat ze willen dan ik, zij zijn de baas en daarom laat ik ze altijd hun gang gaan.
Schrijven is absoluut geen avontuurlijk beroep. Het is zelfs nogal saai. Je zit achter je schrijfmachine en je doet en beleeft niets anders dan wat je schrijft. Het is ook eigenlijk een heel eenzaam beroep. Alles gaat langs je heen, zelfs op de momenten dat je niet zit te schrijven, want dan luister je, bestudeer je, pluis je uit – allemaal voor dat ene boek waar je mee bezig bent.

Thea Beckman (1923-2004)

0 reacties:

Een reactie posten