Vorige week lanceerde Jimmy Wales, oprichter van Wikipedia, zijn eigen zoekmachine: Wikia Search. Een voorlopige en beperkte alphaversie weliswaar, die zo'n 100 miljoen websites doorzoekt. Wetende dat zoekmachines als Google, MSN of Yahoo minstens 20 miljard webdocumenten doorzoeken, heeft Wikia Search nog een lange weg te gaan. Maar de strijd aangaan met de concurrentie is dan ook niet de bedoeling van Wales: 'Ik wil de manier waarop mensen zoeken veranderen, niet de methode of de machine waarmee'. In tegenstelling tot Wikipedia is dit een commercieel project, gefinancierd door advertenties.Wikia Search heeft dus andere troeven. De rol van de gebruiker staat centraal en men hecht veel belang aan z'n vier principes: openheid, transparantie, kwaliteit en privacy. De broncode is dan ook volledig 'open source' en alle gebruikers hebben een inhoudelijke inbreng. Zoekresultaten kunnen worden bewerkt, aangevuld en gewaardeerd. En door gebruikersprofielen te relateren aan zoektermen wordt ook het sociale aspect niet vergeten.
Ondanks de vele kritieken zou Wikia Search toch een succes kunnen worden. Ook Wikipedia is pas na zes jaar uitgegroeid tot één van de populairste websites ter wereld.
De vraag is dus of wij als gebruikers bereid zijn om Wikia Search een kans te geven. Of blijven we trouw aan Google, waar we voorlopig nog veel efficiënter kunnen zoeken?
0 reacties:
Een reactie posten