De komende vier jaar mag Ramsey Nasr (°1974) zich Dichter des Vaderlands noemen en treedt hierdoor in de voetsporen van Gerrit Komrij (2000) en Driek van Wissen (2005). Als nieuwste boegbeeld van de Nederlandse poëzie wordt van hem verwacht dat hij jaarlijks minstens vier gedichten maakt rond belangrijke gebeurtenissen.
Sinds 2000 wordt vierjaarlijks in Nederland de titel Dichter des Vaderlands toegekend, een initiatief van de stichting Poetry International, de Nederlandse Programma Stichting (NPS) en het NRC Handelsblad. Meer dan 20 000 Nederlanders brachten via het internet hun stem uit, waarvan meer dan een derde de voorkeur gaven aan de in Antwerpen wonende schrijver.
De andere vier genomineerden waren Tsead Bruinja, Joke van Leeuwen, Hagar Peeters en Erik Menkveld.
Ramsey Nasr is naast dichter ook schrijver, acteur en regisseur. In 2005 vervulde hij de functie van Antwerpse stadsdichter.
Ramsey Nasr is naast dichter ook schrijver, acteur en regisseur. In 2005 vervulde hij de functie van Antwerpse stadsdichter.
Joke van Leeuwen, de huidige stadsdichter van Antwerpen, zelf zegt blij te zijn dat Ramsey Nasr werd verkozen. "In Antwerpen weten we wat hij kan, hij zal het ambt vervullen met grote ernst. Ik denk echt dat hij wat te zeggen heeft zoals over de zoektocht naar identiteit wat nu zo'n actueel onderwerp is. Hij woont ook buiten Nederland en als je buiten het gewoel staat, kan je blik soms scherper zijn als je er middenin zit."
En naar aanleiding van Gedichtendag volgt hieronder een gedicht uit z'n laatste dichtbunel Onze-lieve-vrouwe-zeppelin.
een minimumlees me dan, luister dan zachtik ben de muur en muurvaste man
jarenlang zitten
mijn lief en ik stil
tegen dit plafond van gitzwarte kas
en vanaf ons vel
begint de bodem
en daar is geen rek om haar te omarmen
zij zit ertussen, ik zit eronder
en ja ik heb niks, jazeker ik ben niks
maar godmiljaar ik kan overleven
ik knok tot nu de jaren rondvan beens af aantot aan mijn doodzal ik tegen u dit plafonden alle ogen in uw mond opknokken
ik zal uit mijn pree tevoorschijn komen
meewandelen onder haarmet mijn kansarme zon
en rondbazuinen
hier staan wijklein en fier
lijk een mensop een plein
en ik zou met u niet willen ruilen
ik zou er geld voor willen geven
om net als u mezelf te zijn
Uit: onze-lieve-vrouwe-zeppelin (2006)
Het is een gedicht dat heel prachtig bij mijn profiel past. Er mag gerust meer poëzie op deze blog !
BeantwoordenVerwijderen