Biblioquotes: Marten Toonder

Van huis uit ben ik eigenlijk een verhaaltjesverteller. [...] Ik zat als kind die verhalen te vertellen aan mijn broer en dan moest ik altijd lange uitweidingen houden over de achtergrond, de sfeer, hoe de bomen bewogen, dat het koud was en zo meer. Op den duur dacht ik, wat een onzin om daar woorden aan vuil te maken, want dat is iets wat je moet zien.

Mijn vader was zeeman en bracht Amerikaanse kranten mee. [...] Elke zondag zaten er twee gekleurde pagina’s strips in. Daarvoor had ik nog nooit van zulk soort strips gehoord. Dat heeft bepaald wat ik wou gaan worden.”

De naam Bommel borrelde op in mijn hersens. Rondbommelen, rondscharrelen. Bommel past goed bij een beer. Ik heb er geheel niet aan gedacht of het verkoopt, zo denken werkt niet.

Hoe ik aan de verhaallijnen van heer Bommel kom? Je zou zeggen fantasie, gewoon een inval. Maar het moet meer dan een inval zijn. Een té verzonnen verhaal is geen leuk verhaal. Verzinnen is een veel moeilijker vak dan je denkt. Verzin maar zo opeens een verhaal. Er komt nog veel kijken bij zo een verhaal verzinnen.”

De beste tip voor een goede strip: verdiep je in de menselijke natuur. Je bent niet in staat een verhaal zomaar te bedenken. Het is niet iets wat makkelijk te verzinnen is.

(Marten Toonder, 1912-2005)