Middeleeuwse martelaren en monnikendiscipline


De bibliotheek beschikt over een rijke verzameling cultuurhistorische fondsen en levert regelmatig inspanningen om de topstukken uit deze collectie te digitaliseren. Op die manier kan een breed publiek kennis maken met het rijke papieren erfgoed dat door de stad wordt beheerd.

Vanaf vandaag kun je in het kader van dit project een nieuw handschrift online raadplegen (GV Cod. 44). Dit middeleeuws handschrift maakt deel uit van het Fonds Jacques Goethals-Vercruysse, dat een 600-tal manuscripten en zo'n 12 000 oude drukken bevat. Het kan na afspraak vrij worden geraadpleegd in de bibliotheek.

Het handschrift dateert uit de 14e-15e eeuw en bestaat inhoudelijk uit twee afzonderlijke delen. De eerste vijf folio's bevatten een fragment van een martyrologium of martelarenhhandboek. Dit is een door de Kerk uitgevaardigde lijst van alle christelijke martelaren. Martelaren werden veelal heilig verklaard omwille van hun sterven voor het christelijk geloof. Dikwijls ondergingen ze hierbij gruwelijke folteringen. Dergelijke biografische gegevens worden eveneens kort toegelicht in het martyrologium dat tot op heden beheerd en uitgegeven wordt door de katholieke Kerk. In december 2004 verscheen de meest recente editie, die gegevens bevat over meer dan 14 000 heiligen en martelaren.

Het martelarenhandboek bestaat uit een chronologische heiligenkalender en bevat een opsomming van alle heiligen en martelaren en hun respectievelijke naamdag. Interessant is dat deze versie hierbij gebruik maakt van de Romeinse of Latijnse kalender. Kenmerkend voor dit kalendersysteem is dat een datum werd aangegeven door het aantal dagen voor een vast tijdstip binnen de maancyclus te benoemen. Deze vaste punten waren de "Calendae, Nonae en Idus". Omrekening naar de gebruikelijke tijdsindicatie toont aan dat het martelarenhandboek in kwestie de periode van 10 december (III. [ante diem]Ydus Decembris) tot en met 19 december (XIII. [ante diem] k. Januarii) bestrijkt. Er is dus slechts een zeer klein fragment bewaard gebleven.

Het tweede luik van dit handschrift bevat een volledige op schrift gestelde versie van de kloosterregel van Sint-Benedictus van Nursia. De basisvorm van deze tekst is al sinds de 6de eeuw in omloop en bevat een geheel van leefregels en afspraken waaran de leden van een kloosterorde zich dienden te houden. De regel van Benedictus doet vaak een belletje rinkelen omwille van de slagzin 'Ora et labora'. Deze verwijst naar de strikte dagindeling van een Benedictijnermonnik, die is gebaseerd op bidden, eenvoudige handenarbeid en rust. Concreet bestaat deze kloosterregel uit een prologus, gevolgd door 73 hoofdstukken. Hierin komen heel uiteenlopende aspecten van de benedictijnse levenswijze aan bod. In het manuscript wordt het begin van elk hoofdstuk telkens aangegeven door middel van een rode titel. Een Latijnse talenknobbel is overigens geen vereiste om deze tekst zelf te kunnen bestuderen en begrijpen. Op deze webstek vind je een Nederlandstalige versie terug.


Dit handschrift bevat niet alleen op inhoudelijk vlak een schat aan informatie. Ook de manier waarop het werk tot stand kwam en de ingrepen die er in de loop van de tijd op werden uitgevoerd, kunnen ons heel wat waardevolle inzichten bieden. Zo treffen we op verschillende folia met chirurgische precisie dichtgenaaide scheuren in het perkament aan. Hun voorkomen kan informatie verstrekken over de kwaliteit van het gebruikte perkament of de gebruiksfrequentie van het handschrift.

Ook de bladwijzers die in het handschrift werden aangebracht, vertellen ons hun eigen verhaal. De bladwijzer op folio 38 werd bijvoorbeeld duidelijk vervaardigd uit een afgedankt, middeleeuws muziekhandschrift. Dit wijst op het frequent recylceren van oud perkament, een gebruik dat duidelijk werd ingegeven door de hoge kostprijs van deze grondstof. Tenslotte verdient ook de prachtige initiaal of versierde hoofdletter die het begin van de kloosterregel inluidt extra aandacht.

Het aanbrengen van initialen maakt deel uit van de illuminatie of verluchting van een handschrift. Deze versieringen moesten in hoofdzaak de lezer wegwijs maken in de boekindeling, maar kenden daarnaast ook een ludieke functie als komische noot.

Wie dit handschrift graag wil bestuderen, kan terecht in de afdeling Erfgoed van de Kortrijkse bibliotheek.

0 reacties:

Een reactie posten