Tomas Gösta Tranströmer wordt aanzien als de belangrijkste hedendaagse Zweedse dichter. Zijn werk is in méér dan vijftig talen vertaald, en onder meer in de Verenigde Staten is hij een populair auteur. Het Nederlands taalgebied leerde zijn werk kennen dankzij de vertalingen van J. Bernlef.
Tranströmer begon te schrijven als dertienjarige en publiceerde zijn eerste bundel "17 dikter" in 1954. Hij studeerde af als psycholoog in 1956 aan de universiteit van Stockholm. Hij was actief als dichter en als een gerespecteerd psycholoog, actief in jeugdgevangenissen tot hij in 1990 na een beroerte problemen kreeg met spraak en de motoriek van één van zijn handen waarvan hij evenwel gedeeltelijk herstelde.
Naast zijn dichtbundels schreef hij ook nummers voor koren. Dit werk werd onder meer door Magnus F. Andersson, Sven-David Sandström, Daniel Börtz en Catharina Palmér op muziek gezet.
Reeds in 1958 ontving hij de Zweedse Aftonbladets litteraturpris. De Övralidspriset werd hem in 1975 toegekend. In 1981 ontving hij de Petrarca-Preis. In 1990 ontving hij de Literatuurprijs van de Noordse Raad voor zijn bundel "För levande och döda" naast de Neustadt International Prize for Literature. In 1992 was hij de laureaat van de Beierse Horst-Bienek-Preis für Lyrik en de Svenska Akademiens nordiska pris. In 1996 kreeg hij in eigen land de Augustprijs voor "Sorgegondolen". In 2007 kreeg hij een speciale Lifetime Recognition Award van de jury van de Canadese Griffin Trust for Excellence in Poetry.In de catalogus van de Kortrijkse bib vind je een aantal van zijn werken terug.
Meer info: www.nobelprize.org
0 reacties:
Een reactie posten